Krabbe-verhalen deel 7

De Krabbe-verhalen deel 7        (door Jan Leendert Willem Breukel 1940-2011)

Even wennen, maar na verloop van tijd is het of je er altijd hebt gewoond  

"Het is echt waar. Ik was het op De Krabbe zo snel gewend dat het leek of ik er altijd had gewoond. Het verre fietsen naar school bijvoorbeeld: na een week wist je niet beter, of het was altijd zo geweest. De fietstochten van en naar de school verliepen niet altijd vlekkeloos. Vaak waren er incidenten. De familie Van Baren had veel kinderen, meer kinderen dan geld. En om het financiële plaatje toch een beetje rond te krijgen, hadden deze ouders een grandioos idee.

Ouders in dat soort situaties moeten het vaak hebben van goede en goedkope ideeën. Een tandem, dat was nog eens een oplossing. Dat scheelde een fiets. De gedachte alleen al, was op zich niet verkeerd. En op een fietsenpark van vijf stuks mooi meegenomen. Toen de tandem was gearriveerd, was er al ruggespraak geweest welke twee kinderen van de groep met dat apparaat zouden gaan rijden. Daar was men al uit. Maar nou nog: wie zit voor en wie zit achter? Dat was nog niet zo eenvoudig. Maar Dries en Teun kwamen eruit. Ze werden het eens dat Dries zou sturen en Teun zou achterop komen te zitten.

Als je eens wist wat een ellende dat die fiets heeft gegeven, dat wil je niet weten! Een keer of drie op iedere rit naar school liep de ketting er zeker wel af, met daarna de ruzie wie dat ding er weer om zou leggen. Dan wilde kleine Teun die achterop zat weer niet helpen met trappen. Die mannetjes konden elkaars bloed wel drinken. Soms, dan zaten ze rustig te trappen en dan sloeg ineens de vlam in de pan. De fiets werd tegen de grond gegooid en was het oorlog. De stenen vlogen in het rond. Grint was er toen volop, asfalt was er nog weinig.

Ook als zij door de talrijke klaphekjes moesten, werd er fel strijd geleverd. Eigenlijk was de hele reis van en naar schoot een spoor van ellende voor die twee kinderen. Ze zijn in 1956 verhuisd en de tandem ging mee. Maar voor deze knapen had dat ding hun jeugd behoorlijk verziekt. En het financiële gewin zal ook minimaal geweest zijn: het ding was altijd kapot. Achteraf toch niet zo’n geweldig idee.

Jet van Baren waakte als een kloek over al haar kinderen, maar spaarde de roede niet. Als Hennie weer eens zijn broek vol met stront had zitten als hij van school kwam, was het niet best voor het ventje. Jet tapte een teil vol met steenkoud water uit de regenput en daar werd het kereltje ingezet, schreeuwend als een speenvarken. Het was een Spartaanse maatregel, maar veel geholpen heeft het niet. Want Hennie kwam de andere dag gewoon weer van school met een broek vol. Je kunt gerust stellen dat het ventje toch wel behoorlijk hardleers was. Hij zal het uiteindelijk afgeleerd hebben, maar dat heeft waarschijnlijk wel lang geduurd.

lk ben eens een keer geweest bij de zaterdagse wasbeurt voor de hele club. Ik geloofde mijn ogen niet: het leek wel een wasserette. Het was me een geplons en er werd gerost met spons en zeep en afgedroogd met harde handdoeken, want ook wasverzachter was toen in die tijd een totaal onbekend product. En wie durfde te janken, kreeg een draai om zijn oren. En er huilde niemand, wat ik al zei: er werd met strakke hand opgevoed. Er stonden twee grote wasketels op twee petroleumstellen voor warm water.

Je moet er wel vanuit gaan dat er geen waterleiding was of iets van dien aard. Er was een grote regenbak, daar deed men het mee. Eerst gingen de kleintjes en daarna de grotere jongens de teil in. Als de meisjes aan de beurt waren, moesten de jongens de kamer uit en na afloop zat alles te glimmen van de groene zeep aan tafel. Dan werd er een berg pelpinda’s op tafel gegooid en dat was net zaterdagavondfeest.

Het was ook zo mooi. Deze mensen hadden maar vier stoelen: één voor vader en één voor moeder. Tot zover klopt het nog. Maar dan had je toch nog vijf à zes zitplaatsen nodig en dat hadden ze geregeld met een plank die lag op de twee overgebleven stoelen. Wel op de sporten die onder zitting zaten. En daar zaten ze keurig op een rijtje. Wel op volgorde. Die moest kloppen, want anders was het weer ruzie. De strafmaat was altijd hetzelfde: naar bed. Wat hebben die kinderen veel op bed gelegen! Maar om nou te zeggen dat ze er heel erg van onder de indruk waren, absoluut niet.

Vanaf het moment dat ze in bed lagen, begonnen ze met zingen en omdat ze op een christelijke school zaten, waren dat meestal psalmen. Dat mocht tot acht uur, daarna moest het stil zijn. Dat psalmen zingen, gebeurde ook veel op zondagmorgen. Daar waren wij als buren niet zo gelukkig mee omdat het erg gehorig was. Ik denk dat de tussenmuur maar een halfsteensmuurtje was en in die tijd was van isolatie nog geen sprake. En stil dat was het dan ook. Er was daar een regelgeving waar men zich strikt aan hield. En als je je daar niet aan hield… Iedereen kende de woorden ‘naar bed’, en dat werkte daar perfect.

Deze ouders hadden doorgaans overal simpele oplossingen voor, zoals bijvoorbeeld voor het probleem van de zitplaatsen. Als ’s avonds na het eten op de twee oudste na alles naar bed was, werd de plank verwijderd en dan zaten de vader en moeder met twee van hun grote schare kinderen op de aanwezige stoelen. Hoe ging dat dan tijdens het eten, zal je zeggen. In de winter gebeurde dat wel binnen, maar in de zomer werd het eten op de klep van de regenbak geserveerd, waar ze het zo konden weghalen. Wij waren daar wel eens jaloers op. Wij moesten altijd binnen eten, en dat ging allemaal van je speeltijd af. lk vond en vind het nog steeds heel knap om met zo weinig middelen een dergelijke koppel kinderen groot te brengen. In die tijd een heel groot kunststuk.

Een jaar of vijftien geleden waren Jet en Teun vijftig jaar getrouwd en zijn we ze op wezen zoeken. Mijn ouders en Wim mijn broer en zijn vrouw Ina en Mies, mijn vrouw. Nadat ze van De Krabbe waren vertrokken en op diverse plekken hadden geprobeerd vaste grond onder de voeten te krijgen, waren ze in Maurik, een plaatsje onder de rook van Tiel, beland. Onze komst daar was als verrassing bedoeld en dat is heel goed geslaagd. Ik heb ook de meeste van de kinderen gezien en gesproken. Op twee na was alles getrouwd en hebben ze allemaal kinderen. Heel erg leuk, vooral na zoveel jaar.

Ik vroeg aan kleine Teun of ze die tandem nog hadden, maar die was op de schroothoop beland, vertelde hij. lk zei: ‘Daar had dat ding al veel eerder naar toe gemoeten’, en dat was hij roerend met mij eens. Een triest einde van het Van Baren-verhaal is het bericht dat we kregen dat Teun kort na ons bezoek was overleden. Een positief en optimistische kerel heeft zijn strijd gestreden en het bijltje er toch bij neer moeten leggen. Maar hij zal het er niet mee eens zijn geweest. Teun zag altijd nog wel weer mogelijkheden om het tij te keren. Maar dat zat er deze keer niet in. Als je tijd op is, ben je te laat met plannen maken."

Plaats reactie


Beveiligingscode
Vernieuwen

rozenburg